Het kerkelijk jaar
- Details
Het kerkelijk jaar
Het kerkelijk jaar loopt niet gelijk met het burgerlijk jaar maar is ingedeeld in kringen rond de Christelijke feestdagen.
De eerste kring van het kerkelijk jaar begint met de “Kerstkring”, die begint met de eerste zondag van de advents periode en eindigt op de zesde zondag na advent.
De tweede kring is de “Paaskring” die begint 70 dagen voor Pasen en eindigt vijftig dagen na pasen. Het paasfeest is op de eerste zondag na de volle maan in de lente. In deze periode valt ook de “40 (werk)dagentijd”. De zondag telt in deze periode niet mee, want dat is al een dag van bezinning en gedenken.
Veertig dagen na Pasen is Hemelvaartsdag.
De derde kring is de “Pinksterkring” en eindigt 7 dagen na pinksteren.
Daarna volgt de ”zomerkring” en “herfstkring” met als afsluiting de “De laatste zondag van het kerkelijk jaar”.
Welke kleur hoort bij welke periode?
Door de maandaanduiding van het burgerlijk jaar is het voor iedereen duidelijk in welke periode van het jaar men bevindt. In het kerkelijk jaar gebeurt dit door middel van kleuren:
1e t/m 2e zondag van advent |
paars |
De betekenis van de kerkelijke/liturgische kleuren
De algemeen aanvaarde betekenis van de kerkelijke kleuren zijn:
Wit |
Kleur duidt op reinheid, schoongewassen zijn, licht, feest |
Gebruik van de kerkelijke/Liturgische kleuren
De kerkelijke/liturgische kleuren komen tot uitdrukking door het gebruik van kleden (antependia’s) op de liturgische tafel en is dus voor iedere kerkganger zichtbaar.
Ook de predikant draagt een toga met een stola in de kleur welke in die bewuste periode geldig is.